Oude Foto's Joden-Werkkamp Strijenheugte 2, Mantinge

 
 

 

Kamp Mantinge

 

Een foto uit de oorlogsjaren 40-45.

Een groep joden uit het kamp Mantinge die daar geplaatst waren om, onder toezicht,  het Hullenveld om te spitten. Hard werken en weinig eten. Dhr Sok (op de foto met stok), die voorman was daar, nam ze, wanneer hij de kans schoon zag (met risico voor hemzelf en zijn gezin) mee naar huis om ze af en toe eens van goede kost te voorzien!

Hier op de foto zien deze ‘arbeiders’ er nog redelijk verzorgd uit, maar hoe langer het duurde, hoe slechter het werd voor hun. Maar goed dat ze niet wisten wat hun boven het hoofd hing. Bloed, zweet en tranen lieten ze achter. Even voor de bevrijding zijn deze arbeiders afgevoerd. ‘Eindelijk vrij?!’,  hebben zij misschien gedacht?  “Waarheen leidde de weg die ze zouden gaan…”

 

Kamp Mantinge
In het kader van de werkverschaffing verrezen in de jaren dertig van de twintigste eeuw in de provincie Drenthe tal van werkkampen; zo ook bij Mantinge, niet ver van Westerbork. Het was een groot kamp, waar maximaal 240 mannen ondergebracht konden worden.

Op 31 maart 1942 stopte een trein vol met joodse mannen bij het station van Wijster. Ongeveer tachtig dwangarbeiders werd opgedragen de trein uit te stappen en te voet naar het werkkamp Mantinge te gaan. Een boerenwagen stond klaar om de bagage te vervoeren. Of dit de eerste of laatste groep was die naar Mantinge werd gestuurd, is niet duidelijk. Wel is bekend dat de dwangarbeiders hard moesten werken: sloten graven, land ontginnen en wegen aanleggen.

Mantinge was het enige kamp waar de joodse rituelen werden gerespecteerd. In de keuken werkte een joodse kok en joods personeel. De maaltijden werden volgens de spijswetten en onder toezicht van het Rabbinaat vervaardigd.
Eén van de dwangarbeiders in Mantinge was René Lijdesdorff. Hij schreef later: 'In het midden van de barakken bestaande uit zalen bevond zich een grote barak, waarin we ons eten kregen en we ons, als we niet te moe van het werk waren, konden verpozen. Er was voor ons echter niets te koop. Het eten was slecht en zeer onvoldoende (…) We waren helemaal van de buitenwereld afgesloten en konden
's avonds het kamp niet uit. Elke ochtend moesten we in gesloten kolonne marcheren naar ons werk.'

Loon werd niet uitbetaald en de mannen kregen geen verlof. Bezoek mochten ze ook niet ontvangen. Lijdesdorf maakte zijn bril kapot en kreeg van de kampcommandant toestemming om naar de opticien in Hoogeveen te fietsen. Op deze manier kon hij stiekem zijn ouders ontmoeten.

Op de avond van de 14de juli 1942 werd de joodse mannen in de kantine medegedeeld dat zij de volgende ochtend onder politiebegeleiding naar kamp Westerbork zouden worden gebracht. Lijdesdorff schreef: 'Iedereen maakte pakjes met horloges, vulpennen, ringen enzovoort klaar om naar huis te sturen. Zo stuurde ik mijn fototoestel op. De kampcommandant beloofde dat hij de pakjes naar huis zou sturen, maar hij heeft het nooit gedaan.'
Het merendeel van de mannen uit kamp Mantinge werd doorgestuurd naar kampen in het oosten. René Lijdesdorff werd in kamp Westerbork bevrijd.

bron:joodsewerkkampen.nl