Nieuw Balings Volkslied

geschreven door Gerrit Dijkhuis (†)


Dit lied wordt gezongen op de melodie van:“Ik heb mijn leven lang op zee gevaren, mijn vissersdorp ligt aan het  Noordzeestrand”.

*****    *****    *****    *****

1) Men vraagt zo vaak, waar ben je toch geboren. Men vraagt zo vaak, waar heeft je wieg gestaan Was het een dorpje met een scheve toren? Of misschien in het hart van de Jordaan? Onze wieg stond in het weide Drentse veld, Waar het arme veenvolk peesde voor wat geld. Waar de paarse heide, ’t zwarte veen omrandt En in de donk’re nachten, witte wiev’n danst.  Waar de olde scheuper, mit zien schaopies dwaalt. En het arme veenvolk vaak de tol betaald.******  

2)Nw-Balinge, ging men het dorpje noemen. Nw-Balinge staat niet op ied’re kaart. Nw-Balinge, ik zou het willen roemen. Een fijne jeugd is dit ten volle waard. Voor het kerkje en de kapsalon van Smid, Loopt een dwarswijk waar een vondertje in zit. Daor woont Elsie Kleine, daor woont olde Braand, Daor woont Fokke Kroezen, boerties zonder laand. Daor woont Gurbe Jager, daor woont Hendrik Sok, Daor woont Berend Stoefzaand, steunend op zien stok.******

3)Na zestig jaar loop ik hier rond te dwalen. Ben stom verbaasd door zoveel nieuwigheid. Elektra, gas, kan ieder dat betalen? De turf, de rook, de stank, ze zijn het kwijt. Van het oude vind je hier maar weinig weer. De vooruitgang neemt ook hier beslist geen keer. Weg is Knelis Blanken, winkeltje vol sfeer. In de kroeg van Knelis tapt ze ook niet meer. Fietsenmaker Kleine, laat de banden lek. d’Appelhof van Koekoek is niet meer in trek.******

4)Kijk eens naar het onverharde ‘Koekoeksdiekie’. Het is veranderd in een echte straat. De Middenraai; het oude smalle ‘wiekie’. Ligt vol met dammen, bruggetjes op maat. De bevolking werkt niet meer in veen en veld. Maar verdient soms ver van huis zijn goede geld. Oost zijn dorsmachine; een oud-ijzerhoop. Ook in Klaas zijn boete is niks meer te koop.Weg met pullebokkie, voor de wal bij Vos. Onze olde geite raakt ook nooit meer los.*******

5)In dorpshuis ‘de Heugte’ kan men zich vermaken. Want jong en ouden lopen hier te hoop. Maar er zijn ook wat minder fijne zaken. Een vrije woning is haast niet te koop. Ook de landbouw staat straks buiten spel. Puur natuur is het devies op hoog bevel. Gouden koren-aren golven nu nog hier. Straks zijn die verdwenen, enkel ‘Goudplevier’. Mag victorie kraaien. Wat een bittere pil,Voor het arme veenvolk, sta daar eens bij stil!

*****    *****    *****    *****  

melodie van:“Ik heb mijn leven lang op zee gevaren, mijn vissersdorp ligt aan het  Noordzeestrand”.